Geloofsbelijdenis
Met de kerk van alle tijden en plaatsen belijden wij:
Wij geloven in God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde.
Gen. 1; 2 Kor. 6:18
Wij geloven in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heer.
Heb. 1:1-14; 1 Joh. 4:14,15
Hij is ontvangen door de Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria.
Matt. 1:16-25
Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus, hij is gekruisigd, gestorven en begraven.
Joh. 19:1-42
Hij is op de derde dag opgestaan uit de doden.
Hand. 10:40
Hij is naar de hemel opgestegen en Hij zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader.
Hand. 1:9,10; 2:32,33
Hij zal daar vandaan komen om de levenden en de doden te oordelen.
2 Tim. 4:1,8
Wij geloven in de Heilige Geest.
Rom. 8:14-16
Wij geloven in de heilige, algemene christelijke kerk, die de gemeenschap van de heiligen is.
1 Pet. 2:9,10
Wij geloven in vergeving van zonden.
Matt. 26:28
Wij geloven in wederopstanding van het lichaam.
Joh. 5:28,29
Wij geloven in een eeuwig leven.
1 Kor. 15:50-55
Voor de geloofsbelijdenis en de aangehaalde teksten is gebruik gemaakt van Gie Vleugels en Maria Verhoeff, De leer van de twaalf: De boodschap van de apostelen en de traditionele geloofsbelijdenissen (Heerenveen: Protestantse Pers, 2006).
Voortbouwend op deze algemene belijdenis geloven we:
We behoren de schepping te respecteren, omdat we zo haar Schepper eren.
Gen. 1: 26,27; Ps. 104
we behoren de verschillen in mensen te respecteren, omdat God bewust mensen verschillend geschapen heeft.
Gen. 1:27, 4:1-5, 25:21-26
Christus geeft het voorbeeld hoe elk individu met de schepping in zijn geheel en met andere mensen in het bijzonder zou moeten omgaan.
1 Kor. 11:1; Ef. 5:1,2; 1 Pet. 2:19-23
God openbaart zich verder in deze schepping en de Heilige Geest wil de kerk leiden om dit aan de hele wereld te tonen.
Matt. 28:18-20, Hand. 16:6-10
De kerk behoort dus een lichtpunt te zijn voor haar omgeving door middel van haar kernwaarden van geloof, hoop en liefde.
Matt. 5:14-16;1 Kor. 13:13
Met deze geloofsbelijdenis en kernwaarden identificeren we ons met de verklaring van Lausanne en de Micah Call